NIEUWS

De tragiek van de afscheiding

De Afscheiding van 1834 was een beweging van opwekking en herleving in de kerk. De al gauw ontstane twisten over theologische kwesties laten zien dat accentverschillen geen bestaansrecht meer hadden in de breedte van de Nederlandse Hervormde Kerk. Dat schrijft Klaas van der Zwaag in het Reformatorisch Dagblad. Hieronder is een deel van het artikel te lezen. 

De vrijgemaakt gereformeerde predikant J. H. Soepenberg beschrijft in de lijvige dissertatie ”Op ongebaande wegen” (waarop hij vrijdag promoveerde) de lotgevallen van de afgescheiden gemeente van Amsterdam in het begin van haar bestaan. De Afscheiding in Amsterdam ontstond toen verontrusten over het liberale karakter van de Hervormde Kerk contact zochten met de afgezette predikanten H. de Cock en H. P. Scholte. De Cock had de ”broeders” in Amsterdam bezocht en Scholte was een geboren Amsterdammer.

In het najaar van 1835 zegden dertien leden van de hervormde gemeente van de hoofdstad hun lidmaatschap op. Op 14 oktober 1835 institueerde Scholte in het pand van gemeentelid Nicolaas Obbes aan de Bloemgracht (toenmalig nummer 29, vandaag 64) de Afgescheiden Gemeente van Amsterdam.

In enkele jaren maakte de gemeente van enkele tientallen mensen een stormachtige groei door. Halverwege de jaren 1840 passeerde ze de grens van 800 leden, waarmee ze behoorde tot de grootste afgescheiden gemeenten van Nederland. In de jaren 1860 bood het opkomende modernisme de Amsterdamse afgescheidenen de kans om zich zelfbewust als gereformeerde kerk te profileren.

Intern conflict

Tragisch was het interne conflict. Aanvankelijk was de afgescheiden gemeente geworteld in de conventikelspiritualiteit, geleid door oefenaars, maar spoedig traden leden toe die zich sterker verwant voelden met de Reveil-spiritualiteit. Zij grepen terug áchter de late fase van de Nadere Reformatie, op de Reformatie zelf en de gereformeerde belijdenisgeschriften van de zestiende eeuw. J. A. Wormser was hun bekwame woordvoerder. Soepenberg: „Hij wenste de breed levende geloofsonzekerheid van het 19e-eeuwse piëtisme aan te pakken vanuit een krachtig besef van Gods genadeverbond.” Volgens Wormser dachten veel afgescheidenen niet gereformeerd.

Lees hier het gehele artikel in het Reformatorisch Dagblad.

Een bericht schrijven

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *