NIEUWS
Opinie in de Waarheidsvriend: Schrijnende verdeeldheid
Het is ongehoord, dat in een samenleving waar het christelijke geloof onder grote druk staat en waar we elkaar als kerken meer dan ooit nodig hebben, we zo langs elkaar heen leven. Dat schrijven de predikanten Barend Kamphuis, Sjaak van ’t Kruis, Willem van ‘t Spijker en Gerrit de Fijter deze week in De Waarheidsvriend, het weekblad van de Gereformeerde Bond.
De verschillende kerken in ons land lijken zich te gedragen als individuen: ieder met zijn eigen leefwereld, zijn eigen aandachtsveld, zijn eigen belangen. De verdeeldheid is schrijnend, omdat de onderlinge verschillen niet zó groot zijn, dat deze de gescheidenheid blijvend rechtvaardigen. Dit is ook de reden dat alleen aan kleine groepen ingewijden nog duidelijk is te maken wat de onderlinge kerkelijke verschillen zijn. Voor de meeste jongeren zijn deze volstrekt ondoorzichtig en veelal niet relevant.
Argumenten
Bovenstaande argumenten doen het in het gesprek over kerkelijke verdeeldheid niet goed. De verscheurdheid van het lichaam van Christus is niet te verdedigen, maar … en vervolgens worden allerlei argumenten naar voren gebracht die de verdeeldheid rechtvaardigen. Daarmee voorkomt men dat er een waardeoordeel wordt geveld over de traditie waar men in staat en dan met name over de beslissingen die de voorvaderen hebben genomen. Om nog maar te zwijgen over de grote offers die het voorgeslacht heeft gebracht ter wille van de opbouw van het eigen kerkelijk leven.
Onmogelijkheid?
De kerkelijke verdeeldheid wordt allerwegen weliswaar betreurd en vaak als schuld erkend, maar nauwelijks gezien als werkelijke ongehoorzaamheid tegenover de levende God. Om het klassiek te zeggen: Er zijn te veel aanleidingen voor het vlees om de verdeeldheid in stand te houden: de bekende ‘nestgeur’, de eigen kerkelijke cultuur met zijn specifieke gewoonten, de vertrouwde ‘ons kent ons mentaliteit’, enz.
Allemaal zaken die niet van de ene dag op de andere te overwinnen of te overkomen zijn. Beter gezegd: het is onmogelijk, tenzij…
Tenzij we ons willen laten kruisigen met Christus om zo te sterven aan ons zelf (zoals dr. A. van de Beek herhaaldelijk naar voren brengt). Dit zet een kras door onze kerkelijke cultuur, door onze kerkelijke eigenheid. Dan gaat het niet meer om onze kerkelijke identiteit, maar dan is onze identiteit in Christus.
Punten en komma’s
De vraag is of de praktische vertaling van deze diepe theologische notie alleen de gestalte kan aannemen van langdurige processen om te komen tot kerkelijke eenheid. Daarmee is niet gezegd, dat gesprekken zoals die gevoerd worden binnen het COGG of tussen bijvoorbeeld de Gereformeerde Bond en de Christelijke Gereformeerde Kerken, niet van groot belang zijn.
Naar onze mening is er echter meer nodig dan alleen het bewandelen van die weg. In de eerste plaats omdat het gevaar bestaat dat we terechtkomen in langdurige institutionele gesprekken op de vierkante millimeter over punten en komma’s waarin de geestelijke dimensie, namelijk dat we spreken over het bij Jezus Christus horen, nauwelijks nog zichtbaar is.
Geloofsbelijdenis
In de tweede plaats, omdat er op die manier al te makkelijk voorbij gegaan wordt aan de wonden die we elkaar hebben toegebracht. Om nog maar te zwijgen van alles dat we het lichaam van Christus hebben aangedaan. Er is verzoening nodig.
Verzoening begint met de ontmoeting van elkaar voor het aangezicht van de levende God: met gezamenlijke verootmoediging en gebed, met het doen van voorbede met en voor elkaar.
In de stuurgroep Nationale Synode en in de bijeenkomsten die er geweest zijn, hebben we steeds de ontdekking gedaan dat waar we ons in gezamenlijkheid gesteld weten voor het aangezicht van Christus, in deze weg zegen ons toevalt.
Zo hebben we met elkaar de ‘Credotekst’ opgesteld. Niet als een soort nieuwe belijdenis, of als vervanging van het belijden van de kerk der eeuwen, maar als uitdrukking van onze verbondenheid in Christus. Vanaf het begin weten we ons als stuurgroep verbonden aan het belijden van de oude kerk, zoals dat verwoord is in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel.
Sluiten van een verbond
Het voorstel van de stuurgroep Nationale Synode is dat de protestantse kerken in Nederland met elkaar een verbond zullen sluiten. Daarover hebben alle kerken en geloofsgemeenschappen in juni 2015 een model ontvangen. Dat verbond is er niet voor bedoeld dat de verschillende kerken hun eigenheid inleveren. De afzonderlijke kerken behouden hun eigenheid: hun synoden, overige organen, hun eigen kerkelijke instituties, hun kerkorde, enz.
Echter, de kerken spreken met elkaar af dat ze op nader overeen te komen terreinen met elkaar zullen samenwerken. Daarbij gaat het er niet om, dat er in dat samenwerken een grootste algemene deler ontstaat, maar dat we als kerken op die terreinen van elkaar zullen leren, elkaars gaven en talenten zullen gebruiken.
Dat gebeurt overigens nu ook al. Het is geen geheim, dat de kerken op het terrein van missionair werk, kerkgroei en kerkplanting, al jaren elkaars gaven en talenten delen. Op dat terrein én vooral op diaconaal terrein zijn er tussen de kerken geen grenzen meer.
Geen blauwdruk
Wanneer het voorstel van de stuurgroep Nationale Synode wordt gevolgd, wordt deze manier van samen optrekken met het oog op de voortgang van de verkondiging van het Evangelie, de vanzelfsprekende manier waarop broeders en zusters van hetzelfde huis (maar nog vanuit verschillende kamers) met elkaar omgaan. We trekken samen op. Vooral in het publieke domein.
Critici zullen opmerken dat dit wel een uiterst minimale vorm is van kerkelijke eenheid. Dat is waar, wanneer met kerkelijke eenheid institutionele eenwording wordt bedoeld. Het verbond van kerken is in de eerste plaats gericht op de eenheid van broeders en zusters in het erkennen van elkaar. De stuurgroep Nationale Synode heeft niet een blauwdruk voor de vraag hoe die eenheid in de toekomst institutioneel gestalte moet krijgen. Al hopen we op een Protestantse Katholieke Kerk in Nederland naast de Rooms Katholieke Kerk in Nederland. Zo’n beslissing is aan de kerken, aan de kerkelijke gemeenten.
Wonder van de Geest
We zien nu al dat in allerlei plaatsen de samenwerking tussen de diverse kerken verschillende vormen aanneemt. Verschillende vormen, want iedere situatie vraagt om een eigen vertaling. Gelovig gezegd: de Geest boetseert op Zijn eigen wijze in iedere situatie nieuwe gestalten. We zijn er als stuurgroep diep van overtuigd, dat dat wonder van de Geest zich zal voltrekken wanneer we beginnen om ons voor God te verootmoedigen en gezamenlijk Hem te prijzen voor Zijn genade aan ons betoond in Christus Jezus. Wanneer we elkaar in onze voorbede zullen opdragen aan Hem, Vader, Zoon en Heilige Geest.