NIEUWS
“Mag het een pondje katholieker?”
Het is een tijdje stil geweest rondom de nationale synode. In een opiniebijdrage in deze krant van 11 januari uit dhr. A. Oudenaarden zijn teleurstelling daarover en voert hij een pleidooi voor de synode. Graag zou ik nog onderstaande overwegingen meegeven.
Het is voor mij als dienaar van het Woord altijd een geweldig moment om op zondagavond in de eredienst geloofsbelijdenis te doen met de woorden van het Apostolicum. Als er ergens een moment is waarin de katholiciteit van de kerk wordt beleefd, is het wel hier. De kern van deze Twaalf Artikelen behelst het belijden van Jezus Christus. Hij is de eniggeboren Zoon van God. We horen daarin dat de verlossing niet in het verlengde van onze menselijke inzet ligt, maar volledig uit God is.
Gods eeuwige Zoon is geboren uit de maagd Maria door het geheimenis van de Heilige Geest. God is werkelijk mens geworden. Onvoorstelbaar wonder. De engelen hebben het uitgeroepen: Ere zij God.
Het geloof in Christus betekent dat we niet alleen door Jezus worden gered, maar ”in” Hem onze redding hebben. Hij neemt mijn schuld en ik participeer in Zijn oneindige gerechtigheid. Hij wast mij in Zijn bloed van al mijn zonden om rechtvaardig in Gods oog te zijn. Hij neemt mijn dood, en ik deel in Zijn eeuwige leven. Dat heil is geen toekomst, maar tegenwoordige tijd. In Christus zijn we een nieuw schepsel. Daarom hopen we op de openbaring van het heil in de toekomst.
Christus zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden. Over de wederkomst valt veel te zeggen. De kern evenwel is het oordeel. In Christus kan ik zonder verschrikken voor Gods rechterstoel verschijnen en uitzien naar de wedergeboorte van hemel en aarde.
Door Christus hebben we nu toegang tot de Vader. Om en in de Zoon ben ik zo heel persoonlijk tot een kind van de hemelse Vader geadopteerd, terwijl ik in mijzelf een kind van Gods toorn ben. Wat een geweldig wonder.
Vanuit de adoptie bloeit het geheim van God als Schepper open. We zien hoe Zijn goedheid verspreid is op al Zijn werken. Met hoeveel eerbied en schroom betreden we het heiligdom van de schepping. Door het contact met Gods vaderhart zien we des te meer in de werken van Zijn handen.
Dit alles ontvangen we door het geheimenis van de Heilige Geest. Niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn zonder de Heilige Geest. Het geestelijk leven is buiten mijn bereik. De kwade boom kan zichzelf niet goed maken. De Geest is mij gegeven. Hij doet mij uit Christus leven en Hij (alleen) eigent mij het heil in Christus toe, namelijk de vergeving van de zonde en de dagelijkse vernieuwing van ons leven. Hij geeft getuigenis van Zijn eigen Woord in ons hart. Zo verzegelt Hij de zaligheid dieper dan ons diepste bewustzijn. Door dit getuigenis van God de Geest is er niets zekerder dan Gods Woord en onze zaligheid.
De actualisering van het apostolicum in het credo roept bij mij vervreemding op
Op deze golflengte belijd ik iedere zondag in gemeenschap met de gemeente de werkelijkheid van de drie-enige God. Daarom roept de actualisering hiervan in het credo voor een nationale synode bij mij vervreemding op.
Grondtonen
Waarom ontbreekt de ontvangenis door de Heilige Geest en de geboorte uit Maria? Waarom ontbreekt een ferme belijdenis over het God-zijn van Christus? Pasen gaat toch niet op in een woord van omkeer tot nieuw leven? Pasen biedt niet slechts een mogelijkheid, maar is de werkelijkheid in Christus. Ik mis de ”unio mystica”, de geloofsgemeenschap met Christus. Derhalve ontbreekt het belijden vanuit het definitieve heil in Christus.
De werkelijkheid van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen kan ik niet terugvinden. De vergeving wordt niet eens genoemd. Waarom ontbreekt de notie van het oordeel? Waarom is de persoonlijke dimensie van het geloof in deze vertolking van de twaalf artikelen verbleekt? Het zijn zulke algemene woorden met een horizontale strekking geworden.
Dr. J. van Bruggen stelde eind vorig jaar in het Nederlands Dagblad het ontbreken van de bovenzintuiglijke dimensie aan de orde. Er staat niet in dat God de onzichtbare dingen heeft geschapen. Het zitten op de hemelse troon ontbreekt eveneens.
Het gaat hier niet om marginale accenten, maar om wezenlijke grondtonen van het christelijk geloof. Een actualisering van de twaalf artikelen naar het voorbeeld van de Heidelbergse Catechismus zou het credo enige ponden zwaarder maken in katholiek besef. Mag het een beetje katholieker?
1 comments
W. van Vlastuin zegt:
Ls,
Iemand wees mij erop dat het artikel in het RD niet integraal is opgenomen op jullie website. Is dat bewust gebeurd? Hierbij gaat alsnog het hele artikel.
Mag het een pondje katholieker?
Het is een poosje stil geweest rondom de Nationale Synode. Vorige week maandag schreef dhr. A. Oudenaarden een pleidooi voor deze synode in een opinie-artikel in dit blad. Wellicht kan het onderstaande in de overwegingen worden meegenomen (oorspronkelijk geschreven op 16 oktober, maar door een technische storing nooit aangekomen bij de redactie).
Het is voor mij als dienaar van het Woord altijd een geweldig moment om op zondagavond in de erediensten geloofsbelijdenis te doen met de woorden van het apostolicum. Als er ergens een moment is waarin de katholiciteit van de kerk wordt beleefd, is het wel hier. De kern van deze twaalf artikelen behelst het belijden van Jezus Christus. Hij is de eniggeboren Zoon van God. We horen daarin dat de verlossing niet in het verlengde van onze menselijke inzet ligt, maar volledig uit God is.
Gods eeuwige Zoon is geboren uit de maagd Maria door het geheimenis van de Heilige Geest. God is werkelijk mens geworden. Onvoorstelbaar wonder. De engelen hebben het uitgeroepen: Ere zij God.
Het geloof in Christus betekent dat we niet alleen door Jezus worden gered, maar ‘in’ Hem onze redding hebben. Hij neemt mijn schuld en ik participeer in Zijn oneindige gerechtigheid. Hij wast mij in Zijn bloed van al mijn zonden om rechtvaardig in Gods oog te zijn. Hij neemt mijn dood, en ik deel in Zijn eeuwige leven. Dat is geen toekomst, maar tegenwoordige tijd. In Christus zijn we een nieuw schepsel. Het heil is geen toekomst, maar tegenwoordige tijd. Daarom hopen we op de openbaring ervan in de toekomst.
Christus zal wederkomen om te oordelen de levenden en de doden. Over de wederkomst valt veel te zeggen. De kern evenwel is het oordeel. In Christus kan ik zonder verschrikken voor Gods rechterstoel verschijnen en uitzien naar de wedergeboorte van hemel en aarde.
Door Christus hebben we nu toegang tot de Vader. Om en in de Zoon ben ik zo heel persoonlijk tot een kind van de hemelse Vader geadopteerd, terwijl ik in mijzelf een kind van Gods toorn ben. Wat een geweldig wonder.
Vanuit de adoptie bloeit het geheim van God als Schepper open. We zien hoe Zijn goedheid verspreid is op al Zijn werken. Met hoeveel eerbied en schroom betreden we het heiligdom van de schepping. Door het contact met Gods vaderhart zien we des te meer in de werken van Zijn handen.
Dit alles ontvangen we door het geheimenis van de Heilige Geest. Niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn zonder de Heilige Geest. Het geestelijke leven is buiten mijn bereik. De kwade boom kan zichzelf niet goed maken. De Geest is mij gegeven. Hij doet mij uit Christus leven en Hij (alleen) eigent mij het heil in Christus toe, namelijk de vergeving van de zonde en de dagelijkse vernieuwing van ons leven. Hij geeft getuigenis van Zijn eigen Woord in ons hart. Zo verzegelt Hij de zaligheid dieper dan ons diepste bewustzijn. Door dit getuigenis van God de Geest is er niets zekerder dan Gods Woord en onze zaligheid.
Op deze golflengte belijd ik iedere zondag in gemeenschap met de gemeente de werkelijkheid van de drie-enige God. Daarom roept de actualisering hiervan in het credo voor een Nationale Synode bij mij vervreemding op.
Waarom ontbreekt de ontvangenis door de Heilige Geest en de geboorte uit Maria? Waarom ontbreekt een ferme belijdenis over het God-zijn van Christus? Pasen gaat toch niet op in een woord van omkeer tot nieuw leven? Pasen biedt niet slechts een mogelijkheid, maar is de werkelijkheid in Christus. Ik mis de ‘unio mystica’, de geloofsgemeenschap met Christus. Derhalve ontbreekt het belijden vanuit het definitieve heil in Christus.
De werkelijkheid van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen kan ik niet terugvinden. De vergeving wordt niet eens genoemd. Waarom ontbreekt de notie van het oordeel? Waarom is de persoonlijke dimensie van het geloof in deze vertolking van de twaalf artikelen verbleekt? Het zijn zulke algemene woorden met een horizontale strekking geworden.
Dr. J. van Bruggen stelde eind vorig jaar in het Nederlands Dagblad het ontbreken van de bovenzintuiglijke dimensie aan de orde. Er staat niet in dat God de onzichtbare dingen heeft geschapen. Het zitten op de hemelse troon ontbreekt eveneens.
Het gaat hier niet om marginale accenten, maar om wezenlijke grondtonen van het christelijk geloof. Een actualisering van de twaalf artikelen naar het voorbeeld van de Heidelbergse Catechismus zou het credo enige ponden zwaarder maken in katholiek besef. Mag het een beetje katholieker?