NIEUWS

Zo doorbrak de coronacrisis de kerkmuren in Den Ham

De coronacrisis doorbrak de toch al lage kerkmuren in Den Ham, schrijft het Nederlands Dagblad. De drie kerken in het Twentse brinkdorp – een hervormde, gereformeerde en vrijgemaakte – houden gezamenlijke diensten. ‘Het is een getuigenis naar de buitenwereld.’

Een voorzichtig zonnetje breekt door op de Brink in het centrum van Den Ham. Een supermarkt, boekhandel en ijssalon staan broederlijk naast elkaar, recht tegenover de oude hervormde kerk. ‘De Meester is daar en Hij roept u’, is te lezen op een gevelsteen – precies op de plek waar zich, aan de andere kant van de muur, de preekstoel bevindt.

Den Ham is een overzichtelijk dorp met zesduizend inwoners, één toren, twee supermarkten en drie kerken. De Hervormde Gemeente is met 2500 leden de grootste. Langs de doorgaande N341 staat de gereformeerde kerk (PKN, ruim 1500 leden), met op het dak zonnepanelen in de vorm van een kruis. En even verderop staat De Fontein, het kerkgebouw van de vrijgemaakt-gereformeerden (bijna 500 leden), met een gemiddelde leeftijd van 32 jaar een opvallend jonge gemeente.

Alle drie de gemeenten zijn groot genoeg om los van elkaar kerk te zijn. Maar daarvoor delen de leden te veel. Hervormden, gereformeerden en vrijgemaakten zijn elkaar de laatste jaren zo dicht genaderd dat er in coronatijd als vanzelf besloten werd gezamenlijke onlinediensten te beleggen, afwisselend uitgaande van een van de drie kerken. ‘Over de woordverkondiging hier in Den Ham zijn we het allemaal van harte met elkaar eens’, verzekert Dinie Veurink vanaf de orgelbank in kerkgebouw De Fontein, waar ze deze donderdagmiddag haar wekelijkse oefenuurtje heeft. Als zij als vrijgemaakte een onlinedienst volgt die uitgaat van de hervormde kerk, heeft ze absoluut niet het idee dat ze in een totaal andere kerkelijke cultuur belandt. ‘Nee hoor, we vinden elkaar in het geloof.’

Even daarvoor, bij een kop koffie in de studeerkamer van Robert van Hornsveld, predikant van de Gereformeerde Kerk, klinkt een gelijkluidend verhaal. De kerken hebben zich in twee bijeenkomsten voor ambtsdragers bovendien samen bezonnen op inhoudelijke issues: Hoe gaan we om met het inzegenen van homorelaties? Kunnen ongetrouwde stellen ook een kind laten dopen? ‘Elke kerk maakt daarin een eigen keuze’, zegt de predikant. ‘Maar in de erediensten merk je daar helemaal niets van.’ Daarbuiten ook niet trouwens. ‘Mensen in het dorp gaan goed met elkaar om. Kerkelijke verschillen tellen nauwelijks meer.’

De Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk – beide onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland – werken al jaren samen, vertelt Van Hornsveld: op bid- en dankdagen, Goede Vrijdag en Hemelvaartsdag worden gezamenlijke diensten gehouden, ‘ook toen ze bij de hervormden nog geen vrouw in het ambt hadden en bij ons wel’. Later kwamen daar diensten bij op tweede paas- en pinksterdag, uitgaande van alle drie de kerken. Sinds 2017 houden de kerken op tweede pinksterdag het interkerkelijke festival Boost, dat – buiten coronatijd – duizenden bezoekers trekt. Twee keer per jaar organiseren ze een laagdrempelige viering in het openluchttheater in Ommen.

Vóór coronatijd spraken de drie kerken al over kanselruil – en toen kwam corona en ging het allemaal heel snel: er kwamen gezamenlijke ochtenddiensten tijdens de ‘eerste coronagolf’ en in het najaar, toen de ‘tweede golf’ zich aandiende, opnieuw. Van Hornsveld is verrast en dankbaar tegelijk. ‘Want wat kun je erop tegen hebben dat je elkaar opzoekt in de naam van Christus? Het is een getuigenis naar de buitenwereld.’

De aanjager voor kerkelijke toenadering is een diaconaal project dat in de jaren negentig van de grond kwam: jongeren van de twee kerken gingen eens in de twee jaar naar het buitenland om een schooltje of kliniek op te knappen. ‘Later kwam daar ook de vrijgemaakte kerk bij’, zegt Van Hornsveld. ‘Samen de handen uit de mouwen steken, iets goeds doen uit naam van Christus. Dat werkt heel samenbindend. Het heeft de kiem gelegd voor waar we nu zijn. Het heeft ons geleerd over kerkgrenzen heen te kijken. Dat komt de sfeer in het dorp ten goede, dat merk je gewoon. Er wordt, zeker bij de jongere generaties, niet meer gekeken: jij bent van die kerk en jij bent van die kerk.’

Dinie Veurink, op de orgelbank in De Fontein, knikt: de onderlinge band in het dorp is goed – ‘en dan is het eigenlijk jammer dat je naar verschillende kerken gaat’, zegt ze. De drie kerken zullen niet één-twee-drie samengaan, maar ze is ervan overtuigd dat het gezamenlijke dat in deze coronacrisis is opgebouwd, niet zomaar meer wegebt. ‘Misschien kunnen we straks de tweede dienst samen blijven doen, want die wordt hier nogal minimaal bezocht.’ En de andere interkerkelijke activiteiten pakken ze Den Ham ook niet meer af: gezamenlijke stiltemomenten in de veertigdagentijd, de interkerkelijke vrouwenochtend in november.

Die bedding van protestantse oecumene is prettig binnenkomen voor Nick de Graaf (27), de nieuwe hervormde dominee van het dorp. Afgelopen zondag werd hij bevestigd als predikant.

Het is de eerste gemeente voor De Graaf, die opgroeide in christelijk-gereformeerd Veenendaal en theologie studeerde in Apeldoorn. Op een dag in november werd hij beroepbaar gesteld in de Protestantse Kerk in Nederland en twee dagen later al belde de voorzitter van de beroepingscommissie in Den Ham. ‘Ik kende de kerkelijke gemeente niet, sterker: ik had nog nooit van Den Ham gehoord’, zegt De Graaf.

‘het Vaticaan’

Vaak kiezen gemeenten voor een ervaren predikant met daarnaast een jeugdwerker. Hervormd Den Ham gaat voor de omgekeerde variant: De Graaf richt zich vooral op de jeugd en middengeneratie, het speerpunt voor de komende twee jaar. Voor het ouderenpastoraat is iemand anders beschikbaar.

De Graaf woont en werkt nu in hervormd centrum De Rank, een gebouw op de rand van een royaal perceel midden in het dorp, waarop ook de hervormde kerk en twee pastorieën staan. ‘Ze noemen dat hier wel het Vaticaan’, grijnst Nick de Graaf, terwijl hij van De Rank naar de hervormde kerk loopt.

De Graaf begint onbevangen aan zijn nieuw taak; hij kent de gemeente, de streek en de gebruiken nog maar nauwelijks en heeft zich voorgenomen de eerste tijd vooral te luisteren, te ontdekken en in te voegen in de dorpsgemeenschap. ‘Er zal niet ineens een heel nieuwe wind waaien nu ik er ben.’

Hij hoopt er te zijn voor zijn eigen gemeente, maar ook voor het hele dorp. ‘De kern is voor mij om met mensen in het dorp – bij welke kerk ze ook horen of bij geen kerk – een goed woord van God te spreken. Dat is mijn diepste drijfveer en dat is ook de grootste taak die ik voor me zie. Onze gemeente telt 2500 leden, maar een groot deel komt nooit meer in de kerk. Daar zie ik wel een taak voor mij. Het feit dat mensen nog lid zijn, is voor mij een reden om bij hen binnen te komen. Dan kunnen we het eens over God hebben, dat lijkt me heel mooi.’

Als de online-encyclopedie Wikipedia het bij het rechte eind heeft, is het merendeel van de bevolking in Den Ham ‘van (behoudend) protestantse signatuur’. Dat imago is weleens anders geweest. In de regio sprak men vroeger van ‘goddeloos Den Ham’. Het dorp was een doorgangsplek voor reizigers op de route van Friesland naar Twente en Duitsland. In het verleden telde het dorp acht herbergen, waar mensen op doorreis alcohol dronken tot het ze duizelde. En het wemelde er van de smokkelaars. Er doen verhalen de ronde over smokkelbendes die commiezen in de pan hakten, en over een leger boeren dat met hooivorken, een snaphaan en een vuursteengeweer in opstand komt tegen de patriottische elite. Het zijn dankbare onderwerpen voor de ‘historische schouwspelen’, die doorgaans in december gehouden worden en waarbij inwoners taferelen uit de geschiedenis van het dorp naspelen.

 

Een bericht schrijven

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *