NIEUWS
Wat drijft initiatiefnemer Gerrit de Fijter?

In 2008 pleitte ds. Gerrit de Fijter, toenmalig preses van de Protestantse Kerk in Nederland, voor het eerst voor een Nationale Synode. Wat is zijn drijfveer? En waarom is de Nationale Synode volgens hem nodig. In een opinie-artikel dat verscheen in het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad en het Friesch Dagblad gaat hij op die vragen in. “In mijn generatie is de kerk hard teruggelopen. Het is ook mijn generatie die zich ervoor moet inspannen de kerk weer te laten fonkelen.”
“Buiten de kerk komt nieuwe waardering voor het christelijk geloof, zowel in het persoonlijke als het publieke leven. Er ligt een oproep aan de kerken achter verscholen: als je toch niet
wilt verdwijnen, laat dan horen wat je verhaal is, laat dan horen dat je ertoe doet.
De Volkskrant nota bene maakte onlangs ruimte voor een flink pleidooi dat stelde dat we helemaal niet blij moeten zijn dat de kerk verdwijnt. De auteur van het artikel hoopte zelfs op een nieuw reveil: ‘De wijkende kerk heeft een moreel vacuüm achtergelaten, dat door geen ideologie of spirituele beweging is opgevuld.’
Daar doet de Deense psycholoog Svend Brinkmann, auteur van het oek Standvastig, onder alle omstandigheden jezelf blijven (Lev, 2016), nog een schepje bovenop in Trouw als hij – zelf niet gelovig – zegt dat ‘religie je juist kan verbinden met iets groters, iets buiten jou om’. NRC Handelsblad publiceert een artikel met de kop: ‘Meer religie als antwoord op terreur’.
Tegelijkertijd zijn de belangrijkste conclusies uit het toonaangevende onderzoek God in Nederland 1966- 2015 dat het geloof in God steeds verder verdwijnt uit onze samenleving; Nederland is geen christelijke natie meer. De onderzoekers stellen dat het geloof in een persoonlijke God sterk is afgenomen. Er zijn steeds meer gebieden in Nederland waar je een kerkelijke gemeente met een vergrootglas moet zoeken.
Maar waarom nu ineens die roep om ‘iets groters, iets buiten jou om’? Gaat het inderdaad om een antwoord op de angst, de terreur en de verwarring waarin we ons bevinden? En wat is dat dan? Religie is wel érg algemeen. Ik ben van mening dat inmiddels 58 procent van de Nederlandse bevolking die in het genoemde rapport zegt niet te geloven, ook zeer onbekend is geraakt met het eigene van het christelijk geloof.
In dat moeilijk te benoemen, morele vacuüm waar de Volkskrant het over heeft, hoor ik een roep om een groter verhaal waarop het leven geënt kan worden. Het morele vacuüm moet opgevuld worden… met een nieuw christelijk reveil.
Toch blijft het ingewikkeld. Want hoe moet je er nu mee omgaan dat de christelijke traditie dreigt te verdwijnen in ons land? Dat kan op allerlei manieren. Je kunt je verweren met demografische logica: de oudere generatie met nog vanzelfsprekende kerkgangers sterft uit. Maar, kun je zeggen, er zijn ook positieve tekenen: het aantal jonge kerkgangers blijft vrijwel gelijk. Ook kunnen we ons afvragen of de Levende God er zijn bedoelingen mee heeft dat Nederland stilaan ontkerstent. En is het geen wegkijken als we wijzen op explosieve groei van het christendom in andere delen van de wereld. Gewoon om je verlegenheid te verbergen?
In die verlegenheid kunnen we ons naar binnen keren. Ons vastklampen aan de kerk van weleer en negeren dat we grip verliezen op de ontwikkelingen in onze samenleving. En dat het maar doorgaat dat broeders en zusters uit alle kerken de kerkdeuren achter zich moeten sluiten. En dat ze geen hoop – maar ook onvoldoende inzet hebben voor de generaties die na ons komen.
Ik ben emeritus predikant. En ik heb in de voorbije jaren genoeg blije ervaringen opgespaard om m’n hart op te halen. Overvolle kerken, grote predikers, indrukwekkende samenzang. Maar als ik met jonge mensen praat, dan merk ik dat de kerk die aan dat sentiment – mijn sentiment dus – verkleefd is, voor hen geen toekomst heeft. Veel jonge christenen geloven graag op hun manier. Wat de kerk hen aanreikt nemen ze voor kennisgeving aan en ze nemen tot zich wat hen aanspreekt. Maakt niet uit om welke kerk/geloofsgemeenschap het gaat. Ze zijn weinig onder de indruk van waarheid, meer van inzicht. Ze willen wel leven als christen, maar hebben daar niet per definitie een instituut voor nodig, zo hoor ik zeggen.
Wie een dergelijke analyse vastknoopt aan de cijfers van Kerk in Nederland, kan bijna geen hoop hebben voor de kerk. Ik heb wel hoop, want ik weet dat de kerk van de Levende God is. Maar ik weet me ook geroepen voor die kerk in te staan. Op zaterdag 5 november is er voor de derde keer de Nationale Synode in Dordrecht. Een beweging die slechts tot doel
heeft christenen uit zoveel mogelijk verschillende kerken te wijzen op de gemeenschappelijkheid van ons geloof in Jezus Christus. Om Hem moet het gaan.
Waarom moeten al die in verschillende kerken en geloofsgemeenschappen en de daaraan verwante instituten en organisaties los van elkaar blijven bestaan? Als het volgen van Jezus Christus je totale geloof en leven omvat, komt het in de verwarring van onze samenleving erop aan schouder aan schouder te staan. Het kan niet langer zo. De oecumene van het hart is te weinig. We zijn geroepen tot een zichtbare eenheid. En die is ook hard nodig, als we graag willen dat de komende generaties straks ook een kerk kunnen vinden om heen te gaan. Hier helpen geen ‘vrome woorden’ en de repeterende schuldbelijdenis ten aanzien van het gebed van Jezus uit Johannes 17 waarbij alles blijft zoals het was.
Ik zal blij zijn als er straks, in Dordrecht, ook jonge mensen in de kerk zitten. Maar ben ik te pessimistisch als ik denk dat de gemiddelde leeftijd flink in de buurt van de vijftig komt? En dan kunnen wij het met z’n allen hartgrondig eens zijn over de absolute noodzaak van kerk-zijn in Nederland, maar als we niet in staat blijken dat over te brengen op volgende generaties, als we niet in staat zijn om nieuwe stappen te zetten omdat we onze
energie liever geven aan binnenkerkelijke- en tussenkerkelijke twisten en aangelegenheden, dan is het een loze overtuiging.
In mijn generatie is de kerk hard teruWggelopen. Het is ook mijn generatie die zich ervoor moet inspannen de kerk weer te laten fonkelen. Erop te wijzen dat de kerk bij uitstek de plek is die de Heilige Geest gebruikt om Gods licht naar binnen te laten vallen. Jawel, dat je ook buiten de kerk christen kunt zijn, maar dat de kerk wel de plek is om Hem te zoeken. Om stil te zijn, om plek te geven aan het leven met de Eeuwige God. Een plek om je te mogen voegen in ‘het grote verhaal’. Maar ook om jouw leven, je twijfel en je hoop, te kunnen delen met anderen. En om luidkeels te zingen, ook al zit je er maar met z’n tienen.
Dat verhaal krijgen we niet gecommuniceerd als we ons al te zeer bekommeren om ons voortbestaan of ons vastklampen aan de vormgeving van kerk-zijn van weleer. We hebben elkaar nodig om het evangelie van Jezus Christus niet te laten versloffen en het boven het gedruis van het ontkerkelijkte Nederland uit te tillen.”
Een bericht schrijven