NIEUWS
‘Nationale Synode was historisch moment’
De nationale synode 2010 zit erop. Het was onmiskenbaar een historische bijeenkomst, zegt prof. dr. H. G. L. Peels in het Reformatorisch Dagblad. „Niet eerder kwamen protestantse christenen uit een zo breed spectrum van kerken die uit de Reformatie zijn voortgekomen, bij elkaar om samen over het hart van het christelijke geloof te spreken. De kerk was weer even terug in de aandacht van ons volk. En dat met een boodschap die er niet om liegt.”
Hij leefde „intens” toe naar de nationale synode, afgelopen vrijdag en zaterdag in de Grote Kerk in Dordrecht. „Deze synode zal ik me blijven herinneren als een groots moment van herkenning en bemoediging, van het samen drinken bij de Bron”, zegt prof. Peels, hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en lid van de stuurgroep die de bijeenkomst organiseerde. „Een permanent hoogtepunt was voor mij de aanwijsbare concentratie, tijdens de hele synode, op de Heere Jezus Christus. Wat is Zijn Naam vaak genoemd, en geroemd.”
Vooraf was er nogal wat kritiek op de plannen voor een nationale synode en op de Credotekst, zowel uit vrijzinnige hoek als uit de behoudende rechterflank.
„Natuurlijk hebben wij als stuurgroep vanaf het begin gehoopt dat na al die eeuwen van voortgaande versplintering op het kerkelijk erf nu eindelijk eens de volle breedte van Nederlands protestantisme over de drempel zou komen – het ging immers niet om een synode waar beslissingen zouden moeten worden genomen, en niet om een tekst die een nieuwe belijdenis moest vormen, maar om het samen spreken over het hart van het geloof: „Hoort wat mij God deed ondervinden.” En dan van daaruit samen een woord voor onze samenleving doen uitgaan, een woord vanuit onze verbondenheid aan de Heere Jezus.
Toch moesten we tot onze spijt zien dat binnen 24 uur na de presentatie van ons initiatief, in oktober vorig jaar, zowel uiterst links als uiterst rechts –vergeef me deze vlakke typeringen– afhaakten. Hoe je het ook wendt of keert: een gemiste kans.”
Dr. Van den Belt stelde zaterdag in deze krant dat discussies zuiver gevoerd moeten worden. Dat gebeurt alleen als de liefde de toon zet. Ontbrak het tijdens de discussies over de nationale synode aan deze liefde?
„Ik heb broeder Van den Belt een mailtje gestuurd over zijn artikel, dat mijns inziens scherp van zin en goed van toon is. Dus: helemaal mee eens. Het zuiver voeren van een discussie lijkt onder ons soms maar moeilijk te zijn. Zo heb ik met echt heel grote verbazing gelezen over de aanvallen op de Herziene Statenvertaling, zelfs met verontwaardiging. Hoe durven mensen dit soort veel te grote woorden in de mond nemen, en zo’n verantwoordelijkheid op zich laden: om te huiveren.
Ook de reacties op de nationale synode waren niet altijd goed van toon. Het is zo gemakkelijk om een kwetsbaar initiatief af te schieten. Soms dacht ik: broeder of zuster, uit je woorden blijkt zonneklaar dat je niet begrepen hebt wat de nationale synode beoogt. Heb je wel kennisgenomen van de documenten, van de website? Soms dacht ik ook: vanwaar die heftigheid? Realiseer je je niet dat we als kerken maar een heel kleine minderheid in dit geseculariseerde land vormen, en hoe hard we elkaar nodig hebben?”
Had er niet veel kritiek voorkomen kunnen worden door bijvoorbeeld de aanduiding nationale synode te laten vallen?
„Er is natuurlijk door tegenstanders steeds weer afgegeven op de termen synode en credo. En wij maar uitleggen wat we ermee bedoelden en niet bedoelden. Ik vermoed dat als we een andere aanduiding hadden gehad, de afwijzing door sommigen er niet minder om was geweest.
In een vroege fase van het initiatief hebben we als stuurgroep over de term synode gesproken. We voorzagen natuurlijk zelf ook wel dat die term misverstand zou kunnen wekken. Echter, bij de lancering van het initiatief door ds. De Fijter in 2008 werd die term al gebruikt, en is zo het land ingegaan – door de pers als het ware gemunt. We zaten er al min of meer aan vast.
De aanduiding synode heeft ook grote voordelen: op een christelijk forum of gespreksplatform komt de seculiere pers echt niet af, op een nationale synode wel. Bovendien zit hier ook een mooie historische lijn in naar Dordrecht 1618: na bijna 400 jaar weer voor het eerst samen.”
De stuurgroep wist van tevoren dat het moeilijk zou worden om kerkgenootschappen zoals de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeenten binnen te halen?
„Als het om kerkoverstijgende initiatieven gaat, zullen zij eerder afhaken dan andere reformatorische kerken. Dat ligt in hun aard: het ene kerkgenootschap is nu eenmaal meer introvert en gesloten dan het andere. Samenwerking met mensen die niet geheel op dezelfde bevindelijke of confessionele lijn zitten, is hier problematischer dan elders.
Uiteraard wisten wij dat van tevoren. Dat heeft ons er echter niet van weerhouden de uitnodiging heel breed te doen uitgaan. En ik blijf de hoop voeden dat de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeenten in de toekomst toeschietelijker zullen zijn, zeker als zij kennisnemen van wat er nu daadwerkelijk in Dordrecht is gebeurd en van de signaaltekst die wij daar via minister Donner aan onze samenleving hebben aangeboden.
Het moet voor deze kerken toch veel te zeggen hebben dat het initiatief van de nationale synode juist door jongeren uit hun eigen kring als eersten werd omhelsd. De CSFR nam in oktober het voortouw voor een brede studentenconferentie over de eenheid onder christenen. Samen stonden ze hand in hand rond de dom in Utrecht.”
Ook de remonstranten en de vrijzinnigen deden niet mee. Was het erg dat hun geluid niet werd gehoord?
„Direct bij de presentatie van het initiatief in oktober vorig jaar haakten de vrijzinnigen af, omdat ze de Credotekst verdachten van een bepaald soort gereformeerd-orthodoxe theologie. Daar geef ik hun trouwens gelijk in. De remonstranten haakten af omdat wij hun eis afwezen: zij wilden aan het begin van de nationale synode komen met een statement. Dat was voor ons onmogelijk omdat het de bijeenkomst direct in een kerkpolitieke sfeer zou trekken, terwijl het ons juist ging om de ontmoeting rondom de naam van de Heere Jezus en om het spreken over wat ons als christenen in het geloof bindt: die éne Herder met Zijn ene kudde.
De nationale synode van Dordrecht in 1618/1619 veroordeelde de leer van de remonstranten. Waren de gereformeerden ten opzichte van de remonstranten echt „de liefde van Christus vergeten”, zoals u in uw lezing zei?
„De zinsnede dat de gereformeerden de liefde van Christus waren vergeten, gebruikte ik in het kader van de voortgaande versplintering van de kerk in ons land en niet in verband met de afwijzing van de leer der remonstranten. Met elkaar belijden we iedere zondag de katholiciteit van de kerk, maar echt schuldbesef over de vele breuken in Christus’ lichaam kom je maar zo weinig tegen. We accepteren gewoon dat het allemaal zo ligt, halen de schouders op en gaan verder op eigen kerkelijke wegen.
Soms denk ik: Hoe kunnen we dit ooit voor de troon van God verantwoorden? Zo veel kerken, zo veel overbodige verspilling van gelden, middelen, negatieve energie. En dan het gebroken getuigenis van het Evangelie door onze interne verdeeldheid – dat gaat me helemaal aan het hart.
Dat we de liefde van Christus waren vergeten, zou ik op één punt willen toepassen op de remonstranten: na de Dordtse Synode van 1618/1619 werd niet alleen de leer van de remonstranten verworpen, maar zijzelf óók. Remonstrantse voorgangers moesten vluchten, werden vervolgd, werden verdrukt. Dit valt achteraf onmogelijk goed te praten.”
Maar tijdens de nationale synode was iedereen wel heel lief voor elkaar. Mocht het niet gaan over de toch wezenlijke dingen die protestantse christenen van elkaar scheiden?
„De woorden dat iedereen „wel heel lief” voor elkaar was, trekt de zaak bedenkelijk scheef, als was het een soort flower-powerevenement. Het was nadrukkelijk de bedoeling dat we tijdens deze nationale synode met elkaar in gesprek zouden gaan over ons persoonlijke geloof, en hoe we daarmee in deze wereld staan. Dat riep verrassend veel op. Ik hoorde een anglicaan en een pinksterchristen vertellen over hun weg tot het geloof, waarbij ik dacht: Maar ik herken daar veel in! Daar kun je gewoon echt blij mee zijn.
Natuurlijk kun je ook over de verschillen gaan spreken, want die zijn er, in niet geringe mate soms. Maar het punt is dat er juist al zo veel over die verschillen wordt gesproken: in deputaatschappen, in commissies, in boeken en krantenartikelen – terwijl er aan de basale geloofsbeleving, die dwars door kerkverbanden heen gaat, maar zo weinig stem wordt gegeven.
Laten we over de verschillen rustig verder spreken, in geëigende kerkelijke verbanden. Daar is niets mis mee. Maar nú, tijdens deze nationale synode, stond er iets anders centraal: wat ons bindt. Ter wille van de Naam van onze Herder, ten overstaan van ons land en volk, dat het Evangelie de rug toekeerde en in een geestelijk mijnenveld terechtkwam.”
Een bericht schrijven