NIEUWS
Radin: Ik was dood, maar nu leef ik

Migranten hebben van meet af aan een belangrijke plek in de missie van de stichting Nationale Synode. Dit interview met Radin, een asielzoeker uit Iran, laat zien dat het niet vanzelfsprekend is dat we ons geloof in Nederland vrij kunnen belijden. Lees hier een preview, of bekijk het volledige artikel in het Reformatorisch Dagblad.
In Iran las hij voor het eerst in de Bijbel, bezocht hij in het diepste geheim een huiskerk en kwam hij tot geloof in de Heere Jezus. Eenmaal in Nederland verdiepte Radin zich verder in het Evangelie en liet hij zich dopen. „Ik heb in duisternis geleefd, maar wandel nu in het licht.”
Vriendelijk, bescheiden en gastvrij. Zo komt Radin (33) over tijdens de ontmoeting in de woning waar hij geregeld verblijft. Deze behoort bij een koffie- en theewinkel in Kampen waar hij vrijwilligerswerk doet. Terwijl de Iraanse asielzoeker cappuccino maakt, geeft hij alvast een 25 pagina’s tellend verslag van een gesprek met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ter inzage. „Dan heb je iets te lezen”, zegt hij in het Engels. Op tafel zet hij een schaal met cake. Tijdens een urenlang gesprek vertelt hij vervolgens, meer dan eens zichtbaar ontroerd, waar hij vandaan komt en hoe hij christen is geworden.
Radin groeit op in een islamitisch gezin in Iran. Als twintiger neemt hij afscheid van deze godsdienst, waaraan hij slechte herinneringen bewaart. „Als je geen goede dingen doet voor God is Hij boos en stuurt Hij je naar de hel; met dat beeld groeide ik op.”
Mede door het lezen van een islamkritisch boek besluit hij als twintiger definitief te breken met deze godsdienst. Hij werkt in die tijd als barista in een koffiezaak. Veel tijd en geld besteedt hij aan alcohol en gokken. Intus-sen voelt hij zich ten diepste niet gelukkig. „Ik was geen happy man, was vaak boos op mensen, en jaloers.”
Religie heeft zeven jaar lang geen plek in zijn leven. Het is een periode waarop hij niet uitgebreid wil terugblikken. „Ik schaam me voor mijn verleden”, zegt hij met vochtige ogen. „Lange tijd deed ik veel slechte dingen en zocht ik geen contact met God. Dat was niet goed. Nu besef ik dat God al die tijd wel bij mij was.”
Een vriend vertelt hem op zekere dag over Jezus en geeft hem een Bijbel. Als Radin gaat lezen in het Nieuwe Testament, wordt hij gegrepen door de boodschap. „Ik las een bladzijde, vond het mooi en bleef lezen. Ik merkte: dit is geen boek van 2000 jaar geleden, maar dit gaat over mij.”
Een bericht schrijven