NIEUWS
“Credo reageert op vragen van deze tijd”
Daarom is gekozen voor een nieuwe tekst als hulp voor degenen die in de komende decennia de taak hebben het christelijk geloof in onze samenleving te belijden. Daarmee reageert dr. E.P. Meijering, een van de opstellers van het credo, op kritische vragen van dr. J. van Bruggen.
De initiatiefnemers van de Nationale Synode – ik behoor tot hen – hebben een credo opgesteld dat als inspiratie moet dienen. Van dit credo is enerzijds gezegd dat het te dogmatisch is en anderzijds dat het een eenheid zoekt die ten koste van de waarheid gaat. De verleiding is dus groot om te zeggen dat de opstellers ervan het juiste midden houden tussen extreme standpunten. Op die manier maken we ons er echter te gemakkelijk van af. Het is begrijpelijk dat mensen huiverig zijn voor formuleringen die als maatstaf fungeren voor het bepalen van rechtgelovigheid, en het is even begrijpelijk dat mensen willen dat de kerk voor Gods waarheid opkomt.
Credo’s worden in een bepaalde situatie geformuleerd. Wat daarin gezegd wordt, kan zo fundamenteel zijn dat christenen zich daarop hebben willen blijven baseren. Dat is duidelijk het geval bij de Apostolische Geloofsbelijdenis, die pas vrij laat is geformuleerd, maar waarvan de voorlopers tot in de tweede eeuw teruggaan. Daarin keerde men zich tegen de leer dat de Vader van Jezus Christus een andere God is dan de zwakke en zelfs kwaadwillende Schepper van wie het Oude Testament getuigt. Daartegen beleed men: alleen onze Schepper kan ons verlossen.
De geloofsbelijdenis van Nicea is tegen de leer gericht dat Jezus niet meer was dan een volmaakt schepsel dat God heeft gebruikt bij de schepping van de wereld, en dat Jezus ons grote voorbeeld is dat wij in onze levenswandel moeten navolgen. Daartegen poneerde men: In Jezus komt God zelf tot ons om de kloof tussen God en ons te overbruggen. Alleen God kan onze dood en onze zonde overwinnen, daarom moet de Zoon een in wezen met de Vader zijn – de belangrijkste formulering in dit credo.
Interpretaties
Onze Schepper wil ons verlossen en alleen God kan ons verlossen. Dit zijn kernzinnen van het christelijk geloof. Christenen hebben de eeuwen door hierbij willen aansluiten. Dit betekende wel dat men soms nieuwe interpretaties gaf aan de oude belijdenissen.
De nederdaling ter helle bijvoorbeeld had oorspronkelijk de bedoeling te tonen dat ook degenen die vóór Christus hebben geleefd door hem verlost kunnen worden, namelijk als ze gehoor geven aan zijn prediking in de onderwereld waarin zij zich bevinden. De Heidelbergse Catechismus geeft daaraan een heel andere uitleg door te zeggen dat daarmee de helse pijnen zijn bedoeld die Christus voor ons heeft geleden.
Een ander voorbeeld: van de belijdenis dat de Zoon een in wezen is met de Vader zeiden en zeggen sommigen dat hieruit blijkt dat de Zoon even almachtig is als de Vader, anderen dat hieruit blijkt dat de Vader even machteloos wil zijn als zijn gekruisigde Zoon. Dit zijn erg verschillende godsbeelden. Ik wil hiermee maar betogen dat belijdenissen niet geschikt zijn om alle christenen op één lijn te krijgen.
Getuigenis
De stuurgroep van de Nationale Synode wil niet alle christenen op één lijn krijgen, maar in de traditie van de kerk der eeuwen iets belijden dat in het heden voor de christenen belangrijk is. We leven in een tijd waarin het aantal belijdende christenen minder wordt en het christelijk geloof tot een van de vele vormen van geloof is geworden.
De christenen zijn bovendien onderling verdeeld – wat een geloofwaardig getuigenis bemoeilijkt. We willen in deze situatie de neiging tot relativisme of tot absolutisme overwinnen. We geloven niet dat het er niet toe doet wat men gelooft als men maar eerlijk is in wat men gelooft, en we geloven evenmin dat we alles op een rij moeten zetten waarin een christen moet geloven. We halen uit het klassieke belijden enkele centrale gedachten naar voren zonder tegen te spreken wat we niet noemen. Schrappen in de overlevering is niet verstandig. Wat vandaag onbelangrijk lijkt kan morgen belangrijk worden.
Traditie
Vele jongeren willen Jezus Christus in onze samenleving belijden, maar de theologische vragen die tot kerkscheuringen hebben geleid, leven voor hen niet meer. We willen niet dat zij afhaken. Zij zullen in de komende decennia de taak hebben het christelijk geloof in onze samenleving te belijden. We willen in ons credo daarvoor een hulp aanbieden.
We geloven dat God in Jezus Christus reddend op deze wereld aanwezig wil zijn. De specifieke noden van onze tijd vragen om een antwoord vanuit dat geloof. Uit de schatten der eeuwen hebben we iets naar voren gehaald wat ons nu wezenlijk lijkt. We hopen dat de christenen daar iets mee kunnen doen; dat ze, als ze daar vanuit hun traditie behoefte aan hebben, aanvullen wat volgens hen ontbreekt en de betekenis daarvan kunnen en willen laten zien; maar bovenal hopen we dat ze samen de naam van Jezus Christus willen belijden.
Dr. E.P. Meijering is een kenner op het gebied van de kerkvaders. Hij promoveerde op Athanasius en schreef onder meer het boek ‘Geschiedenis van het vroege christendom’, over de periode van Jezus tot het concilie van Nicéa. Dr. Meijering is lid van de Remonstrantse Broederschap en geldt daarin als theologisch behoudend. Hij publiceerde dit jaar het pamflet ‘Het roer moet om – De kerk is meer dan een Jezusbeweging.’