NIEUWS

Christenen horen samen, het wordt tijd voor eenheid

De Protestantse Kerk in Nederland wil via een Nationale Synode de kerken in ons land samenbrengen. Het zoeken naar eenheid is een opdracht, aldus PKN-scriba dr. Arjan Plaisier. De christenen van nu zijn het aan Calvijn verplicht. ,,Wordt het 500 jaar na zijn geboorte niet tijd voor een ommekeer?’’

Tien zeeën had Calvijn willen oversteken voor de eenheid van de kerk. ‘Had willen’ want in werkelijkheid heeft hij zich nooit op een schip gewaagd. Hij heeft slechts in zijn bootje het meer van Genève bevaren. Calvijn heeft aan reizen een hekel gehad, maar zijn uitspraak is oprecht. Hij deed deze aan Thomas Cramner, de aartsbisschop van Canterbury. Calvijn had graag met de Engelse kerk tot een overeenkomst gekomen. Hij noemt hem zonder scrupules hooggeëerde bisschop. Hij had ter wille van de eenheid onder de evangelische christenen de reis willen maken over het water.

De rooms-katholieke theoloog W.H. van de Pol noemt Calvijn de verbindingsofficier tussen calvinisten, lutheranen, zwinglianen en anglicanen. Het beeld dat met name uit de brieven van Calvijn kan worden gedestilleerd is dat van een onvermoeibaar oecumenicus. Het is hem aan het hart gegaan dat het tussen de Zwitsers en de Duitsers, het gereformeerde protestantisme en de lutheranen, niet tot een eenheid gekomen is. Met name de visie op het Avondmaal heeft hierbij in de weg gestaan. Leefde Maarten Luther nog maar, zo heeft Calvijn vaak verzucht, toen hij geconfronteerd werd met hardline tweede generatie lutheranen.
Bemiddelaar

Calvijn heeft zich gezien als bemiddelaar. Hij wilde verenigen door te bemiddelen.

De eenheid van de kerk. Het is een spannend thema. Calvijn heeft zich gezien als bemiddelaar. Hij wilde verenigen door te bemiddelen. Hij stond dan ook in bepaald opzicht in het midden. Dat lijkt niet helemaal met het geijkte Calvijnbeeld te kloppen. Hij is iemand die een krachtig stempel heeft gezet op het kerkelijk leven.
Hij is een vormende geest geweest, die een profiel heeft bevorderd, een leer- en levensvorm, die nu al bijna vijf eeuwen meegaat. Voor sommigen staat hij zelfs te boek als extremist. Dat laat ik nu maar voor wat het is.

Het is maar welke maatstaven je aanlegt om iemand extremist te noemen. In termen van de Middeleeuwen, en dat zijn de eeuwen die zoals de naam het uitdrukt in het midden hebben gestaan, is dit in ieder geval onjuist.
Calvijn in het midden. Ik weet, het is druk in het midden, en iedereen vindt wel een constructie waarbij hij of zijzelf in het midden staat. Toch meen ik dat er in het geval van Calvijn goede argumenten voor zijn om hem daar te plaatsen. Als je het op een groot doek ziet, misschien een te groot doek, dan staat hij in het midden tussen Rome en de spiritualisten. Bij Rome is de vrije genade gebonden aan, en volgens Calvijn daardoor ondergegaan in het menselijke instituut. Bij de spiritualisten is de waarheid Gods losgemaakt van de menselijke bemiddeling, traditie en kerk en daardoor wild geworden.
Kleinformaat

Op een wat reëler schaal genomen staat Calvijn tussen Lutheranen en Zwinglianen. Het is alsof het grote doek van zojuist nu in klein formaat terugkeert. Neem de avondmaalsleer, want vreemd genoeg spitst zich daar bijna alles op toe. Bij de een wordt Christus te zeer gevangen in het brood, en dreigt Verdinglichung, bij de ander staat hij er te los van en dreigt spiritualisering. Bij de Lutheranen dreigt de afdaling van Christus te eindigen in het brood, en lijkt Christus aan brood gebonden te worden. Wat komt er nu terecht van het omhoog de harten, opstaan, uitzien naar de nieuwe dag? Bij de ander dreigt de condescentie Gods niet ver genoeg te gaan en is het alsof Christus het vlees wel schampt, maar er niet echt mee verbonden wordt. Het gebaar is dan moralisering en intellectualisering.

Calvijn ziet dit overigens meer als gevaren, dan als werkelijke aantastingen van het evangelische geloof. Hij doet vooral zijn best zwinglianen en lutheranen beter te verstaan dan zijzelf, en biedt de kaders aan, waarbinnen hun beider waarheidsmoment wordt gehonoreerd. Zo zoekt hij te verbinden, wat ten diepste één is. Kinderen van de Reformatie mogen elkaar niet naar het leven staan. Als dat gebeurt, komt er een donkere schaduw over de Reformatie te liggen.

Het is, als het over Calvijn gaat, geen vlak midden, geen middelmaat, geen grootste gemene deler.

Het is, als het over Calvijn gaat, geen vlak midden, geen middelmaat, geen grootste gemene deler. Het is geen midden dat bereikt wordt door boven de partijen te gaan staan, of een midden dat de waarheid dan maar in het midden laat. Eenheid is dan ook geen eenheid in een leeg midden. Dat is het gevaar van de oecumene altijd weer geweest. Dan is de tijd van de oecumene de tijd van de verslapping. Het heilig vuur is er dan uit, en wat overblijft zijn de instituten, die staan als een huis. Het Genève van nu loopt dat gevaar. Eenheid wordt dan een krachteloze eenheid, waar niemand warm voor loopt. Waar Geest en kracht is, loopt men dan al gauw om zo’n oecumenisch huis heen.

Waar zit dat midden nu in? Daar heb ik een korte theologische beschouwing voor nodig. Kort gezegd heeft het te maken met de ontmoeting tussen God en mens. Deze twee komen tot elkaar. Het is God die tot de mens komt, Hij daalt af. Het is steeds weer God, waar alles van uitgaat. Dat wordt halverwege niet overgedaan op iets of iemand anders. God wordt nooit een vooronderstelling, die naar de achtergrond verdwijnt. Hij is God en Hij is de barmhartige, die uit genade omziet naar de mens. Maar deze God is werkelijk tot ons gekomen. Hij raakt ons aan. Hij wordt vlees en bloed in Christus. Hij spreekt ons aan in mensentaal. Hij openbaart zich onder de tekenen van brood en wijn. Hij komt echt aan. Hij gebruikt daarvoor de middelen die wij mensen verstaan. Hij gebruikt de kerk. Christus, de gave van God, komt tot ons door menselijke kanalen.
Gezaaid

Vervolgens heeft dit alles ook werkelijk effect. Er wordt geloof gezaaid. Er wordt een begin gemaakt met een leven van heiliging. De mens wordt echt bereikt en echt omgevormd. Er komt iets los. Er komt schot in het leven.
Het midden en de eenheid. Zoals gezegd, Calvijn zocht naar deze eenheid. Hij wist dat evangelische christenen een modderfiguur zouden slaan als ze in elkaar bestrijdende partijen zouden ondergaan. Die eenheid ligt in Christus, en in de verkondiging van de levende Heer. In het midden, maar dat midden is niet eng en beperkt. Het is Christus, of in het jargon van Calvijn de leer van Christus, de leer die verwijst naar Christus. Hij zegt het ergens zo dat een kerk nooit als kerk mag worden verworpen, zolang de hoofdstukken van de leer overeind staan, en dan somt hij deze op: ‘Als daar zijn, dat er één God is, dat Christus God is en de Zoon Gods, dat onze zaligheid gelegen is in Gods barmhartigheid en dergelijke.’ (Institutie IV, 12).

Ja, dat ‘en dergelijke’, daar zit natuurlijk het gat. Maar ik denk dat Calvijn met deze opsomming het wezenlijke wel heeft gezegd. Er kan volgens Calvijn in een kerk dus veel ellende zijn, veel gebrek, er kunnen in de bediening van de leer of der sacramenten enige fouten insluipen, zonder dat die ons van haar gemeenschap behoort te vervreemden. Het gaat om de apostoliciteit, en daarmee om de katholiciteit. Deze kan niet in een formulering liggen.

In dat opzicht mag en moet nu ook nadrukkelijker de eenheid van de christenen worden nagestreefd. Christenen horen bij elkaar. Zij horen elkaar te vinden in een ontmoeting zonder dwang, maar wel met de geëigende ruime blik.

In Nederland hebben we de erfenis van Calvijn niet bepaald goed beheerd. Wordt het vijfhonderd jaar na zijn geboorte geen tijd voor omkeer? We zijn intussen ver voortgeschreden. De eigenlijke uitdagingen waar de kerk voor staat zijn vaak onvoldoende gepeild. We leven in een geseculariseerde maatschappij. Het wordt tijd voor eenheid. Niet om de eenheid zelve, maar omdat de oorzaken van de scheidingen en scheuringen zich hebben overleefd. Ze werken niet meer. Ze zijn versleten geraakt. Dat is op het grondvlak al duidelijker dan bij menig kerkleiding.

Calvijn heeft graag de ambassadeur willen zijn. Hij wilde ook wel reizen, om samen te spreken. Hij zag wel wat in een internationale, algemene synode, omdat, wanneer ernstige en vrome mannen (vrouwen toen nog niet) samen zouden komen, er iets goeds uit zou komen. Hij heeft het niet mogen meemaken. Na hem zijn ze er wel geweest. De Dordtse synode had er ook iets van. In onze tijd mogen we er geen gras meer over laten groeien. Internationaal. Maar ook nationaal. Het wordt tijd voor een nationale synode. Wie hiertegen de hakken in het zand zet, heeft Calvijn gewoon tegen zich. De kinderen van de Reformatie zijn aan adeldom verplicht.
Het bestuur van de Protestantse Kerk wil hier graag aan meewerken en een eerste vlieger oplaten. Maar het is niet het project van een kerk. Het is een zaak van alle kerken en stromingen die hun oorsprong in de Reformatie vinden. Een Calvijnjaar kan niet beter gevierd worden, dan hiermee.

Dit is een bewerking van de lezing die dr. Arjan Plaisier hield bij de presentatie van het boek ‘Calvijn na 500 jaar’

Een bericht schrijven

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *