NIEUWS
Synode ter genezing
Het recente voorstel van de PKN om een nationale synode te houden kon bij prof. dr. G. Harinck op weinig sympathie rekenen ( Nederlands Dagblad 7 maart). Vooral vanwege het begrip ‘nationaal’. Dominee Anne van der Sloot hoopt echter dat deze synode ‘de zieke moeder’ een kans op genezing biedt.
Wat Harinck betreft mag het begrip ‘nationale synode’ zo snel mogelijk naar de schroothoop van de geschiedenis worden verwezen. Vooral het woord ‘nationaal’ is hem in het verkeerde keelgat geschoten. Het zet volgens hem als vanouds de katholieken buiten spel en speelt het de PVV van Wilders in de kaart. Wat mij betreft had Harinck daaraan mogen toevoegen dat hij in het pleidooi van de leiding van PKN, preses ds. G. de Fijter en scriba ds. A.J. Plaisier, voor het houden van een ‘nationale synode’ toch ook wel hun oprecht verlangen naar kerkelijke eenheid en hun verdriet over de kerkelijke verdeeldheid heeft geproefd. Alsook hun vindingrijkheid om het Calvijnjaar te benutten om aandacht voor de nood van de kerk in ons land te vragen: Calvijn ‘oecumenicus’ die ermee geëerd zou zijn als de kerken die voortkomen uit de Reformatie van de zestiende eeuw, eindelijk bij elkaar zouden komen. Daarmee wil ik niet zeggen dat met het signaleren van goede bedoelingen en motieven alles gezegd is. Er is een aantal zaken in het pleidooi van De Fijter en Plaisier dat nog erg onduidelijk is.
Een vraag die onder andere gesteld moet worden aan de leiders van de PKN: onder welke voorwaarden dient de beoogde nationale synode volgens hen bijeen te komen? Er wordt gesproken over het opstellen van een basisdocument door de PKN, een soort nieuwe belijdenis. Wat moeten we ons daarbij precies voorstellen? De PKN-top is ‘ervaringsdeskundige’ op het gebied van het verenigen van kerken. De PKN is zelf een verenigingskerk, in 2003 tot stand gekomen via een fusie van de Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Lutherse Evangelische Kerk. De PKN-top koos toen bewust voor een pluriforme kerk: een kerk waarin de geschilpunten op verhullende wijze werden geschrapt door gelijke waarde toe te kennen aan zowel de vrijzinnigheid als aan de orthodoxie.
Als dit nu ook het ‘plan van aanpak’ is van De Fijter en Plaisier om eenheid onder de protestanten te smeden, dan val ik Harinck van harte bij om ons verre te houden van een nationale synode.
Maar intussen is de predikanten De Fijter en Plaisier wel toe te stemmen dat de nood van de kerk in ons land groot is evenals de kerkelijke verdeeldheid onder gereformeerden. Daarom zou ik hen toch willen bijvallen in hun pleidooi voor het bijeenroepen van een ‘nationale synode’, maar dan wel een synode in de zin, zoals de zeventiende-eeuwse Leidse theoloog prof. dr. Anthonius Thysius daarover heeft geschreven: een vergadering waarin men niet alleen zégt de hand te houden aan de klassieke belijdenis van de kerk maar ook daadwerkelijk de hand houdt aan de Heilige Schrift als norm voor geloof en leven. Met de Bijbel als richtsnoer zal het mes van Gods Woord zeker pijnlijk snijden in opvattingen en daarbij behorend gedrag, zoals die in de loop van de eeuwen zowel ter linker- als ter rechterzijde geaccepteerd zijn geworden. Maar het biedt ‘de zieke moeder’ wel perspectief op genezing: herstel van de tot op het bot verscheurde kerken die uit de reformatie van de zestiende eeuw zijn voortgekomen.
Ds. A. van der Sloot is predikant van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Bedum.