NIEUWS
Een kerkje in Suurhusen
Zag u ook dat opmerkelijke kerkje, in Suurhusen, ergens in Noord-Duitsland? Het trok aandacht door een bijzonder scheve toren. Ik zie er een icoon in die prikkelt tot nadenken, over scheefgroei op het kerkelijk erf.
Denkend aan Paulus, die bij het zien van de vele beelden in Athene geprikkeld werd en daar iets mee deed, zette ik mijn gedachten op papier. In de vorm van een gedicht – zie onder. De titel zegt het belangrijkste: Blijf luiden! Vanuit het Credo, zoals voorgesteld door de organisatoren van de Nationale Synode.
Het moet een moedgevend en wervend pro-testare worden, bij alle berichten over krimp, schandalen en met opheffing bedreigde kerken. Dat wil ik ondersteunen. Maar mag het ook een tegendraads signaal zijn?
Verwondering
Hier staat een kerk die al sinds de dertiende eeuw onderhouden werd. En hoe! Zoals het tweetal ervoor dat graven van hun dierbaren verzorgt, zo is de kerk al die tijd met liefde in stand gehouden. Dat is bemoedigend. Het wijst op Hem die ons zondag aan zondag wordt voorgehouden als de God die niet loslaat het werk dat zijn hand begon.
Het dak ziet er goed uit. De vensters, ooit groter en gothischer, geven een verzorgde indruk. Waarom zijn ze kleiner gemaakt? De vorm tendeert naar de romaanse stijl. Zocht men beslotenheid? Wilde men terug naar een oorspronkelijker bouwplan? Waarden koesteren uit een ver verleden, is dat verkeerd? In onze modegevoelige tijd staat dat niet zo hoog aangeschreven, maar gezegend degenen die er weer iets gezonds in zien. De aansluiting met de kerk der eeuwen willen we niet verliezen.
Het kerkje dateert ogenschijnlijk van voor de reformatie. De eenvoud doet denken aan de moderne devotie, de beweging van de ‘broeders des gemenen levens’, die over Europa uitwaaierde. De geest van navolging van Thomas à Kempis zien we er zomaar rondwaren. Het was een zinvolle reactie op een teveel aan wereld in de kerk.
Het kerkje oogt als protestants bedehuis. De afwezigheid van opsmuk en de vorm van de graven wijzen daarop. De eenvoud en de verzorgde indruk boeiden mij, maar die uitstraling werd al gauw aangevochten. Het onderschrift bij de foto wees er op dat de toren behoorlijk uit het lood staat: 2,43 meter, zoiets als de dorpskerk in Bedum. Dat kan de verwondering nog vergroten. Immers, bij alle scheefte bleef de kerk toch maar staan, als een baken in het ongetwijfeld mooie landschap. Blijk van genade!
Bevreemding
Van verwonderding kwam het tot bevreemding. Onder de foto stond nl. dat de gemeente juist om die scheve toren in het Guinness Book of Records wil komen. Men wilde dus uniek meetellen. Vanwege de scheefheid. Is dat erg? Het zou zomaar toeristen kunnen trekken. Een unieke kans toch? Om vertrouwder te maken met de boodschap waar de kerk voor staat.
Pas toen viel mij op dat kerk en toren elke verwijzing naar het kruis missen. Kan dat, een kruisloze of kruisarme kerk? Juist die afwezigheid herinnert aan Constantijn die het kruis als teken van triomf zag. De schaduw van Constantijn laat ons, westerse kerken, Rome, Wittenberg en de erfgenamen van Calvijn, kennelijk nog niet los. Die schaduw was ook op de synode van Dordrecht, en zijn voorgangers merkbaar.
Dit kerkje houdt ons wellicht een spiegel voor. Ongetwijfeld, in het merendeel van de kerken behield het kruis, naast veel menselijks, een ereplaats. In inrichting, theologie en eredienst. De al te ver doorgevoerde kruis- en wondenmystiek van de middeleeuwen vroeg om correctie, maar de hoofdstroom van de kerken hield de kruisboodschap en de plaats van het Lam Gods gelukkig vast. Mede door haar rijke liederenschat. Zo mogen we hopen althans.
Verwarring
De presentatie van de kerk roept ook vandaag de dag verwarring op. Eén troost: de verzwagering tussen kerk en wereld hield de boodschap niet tegen! De Geest brak er doorheen. Maar het maakte wel dat de boodschap van het kruis, van de zich opofferende liefde van God in Christus, vaak omfloerst overkwam. De kruistochten spreken hier voor zich. Vermenging met nationale aspiraties en veel burgerlijks speelden niet zelden een vertroebelende rol. Anderzijds wil ik de boodschap van Gods trouw, die ondanks alle verwording werkelijkheid bleef, niet uit het oog verliezen. In zijn onuitsprekelijke genade bleef onze Heer door de eeuwen heen zijn volk vergaderen. Die boodschap straalt het kerkje van Suurhusen ook uit. De botsing tussen deze twee, Gods trouw en de inkapseling ervan door heel de kerkgeschiedenis heen, met allerlei menselijks, blijft niettemin knagen.
Hoe kan het dat een gemeente van Christus haar adelstand zoekt bij een wereldse instantie als het Guinnes Book of Records? Dit ene geval wil ik niet op het kerkelijk leven als geheel projecteren. Toch lijken we er niet immuun voor. De verzwagering met werelds machtsstreven bleef m.i. een actueel gevaar. In nieuwe vermommingen dringt het zich steeds weer op.
De verwarring wordt des te sterker als we beseffen dat de reformatie een terugkeer naar de theologie van het kruis wilde zijn. Het kruis als einde van alle religie. Dat hield een afwijzing in van heerlijkheidstheologie, zoals doperse radicalen die bedreven. Ik bedoel daarmee een vooruitgrijpen op het rijk der voleinding, dat voorbijziet aan het feit dat wij nog leven in een gevallen wereld. Het zou me niet verbazen als de bloei van de protestantse kerkmuziek, hoezeer ook geconcentreerd op kruislijden en bijbeltekst, toch ook een tik van de afgewezen heerlijkheidstheologie meekreeg. Alhoewel: wordt Bach niet terecht de “vijfde evangelist” genoemd?
Andere adelstand
Wat is de adelstand die ons christenen past? Het heeft alles te maken met de schat van de kerk, met onverdiende genade. Gods eeuwige welbehagen en zijn verkiezende liefde staat er achter. Maar hoe krijgt die liefde gestalte? Toch niet in een elitaire voorhoede? Of in een verzuilde club? We weten het maar al te goed: de dienstknechtsgestalte is het paradigma van Gods reddend ingrijpen in Jezus. Hij legde juist al zijn hemelse heerlijkheid af, voor een bestaan als slaaf.
In de taal van Lucas: het is de Vader die zijn verloren zonen en dochters tegemoet rent – het is een ongehoorde vernedering in de cultuur die de gelijkenis adresseert. De bekende engelse bisschop-nieuwtestamenticus N.T. Wright, die in kathedralen en op internet te beluisteren is, maakt dit ongehoorde bijzonder voelbaar. Wat de Vader deed, zo zegt hij ergens, is hetzelfde als wanneer onze minister-president in badpak het parlement zou binnen rennen. Maar de vader ging verder: De jongste zoon van de gelijkenis had zijn vader te schande gezet door zijn aandeel in de erfenis vooraf op te eisen. En NB hij kreeg een nieuw kleed en een ring aan zijn hand. Een teken van volledig herstel, rechtvaardiging van de goddeloze of hoe je het maar wilt noemen.
Verbazingwekkende ruil: De vader gaf zijn status op en de zoon die hem onteerd had kreeg onverdiend zijn status als zoon terug. En dat terwijl zijn woorden bij thuiskomst nog niet eens op een radicale bekering duidden! Gods geduldig wachtende liefde. Die boodschap wordt nu wereldwijd verkondigd, in kathedralen en onder een eenvoudig palmbladdak. Door eenvoudige broeders en zusters en door bisschoppen, met alle lek en gebrek, als in aarden vaten.
Tot die boodschap blijft de kerk biddend uitnodigen. Niet met de moed der wanhoop, of triomfalistisch, maar vrolijk, wijs, welluidend en daardoor trefzeker. Dienend laten zien waar wij voor staan, dat geeft het luiden van de kerk een rijke zin: wij zijn er voor u. Niet voor eigen toko. Het evangelie blijft vreugdeboodschap voor alle volken en (sub)culturen. Met lege en handen geven we het door. Als we iets anders uitstralen, zoals oude glorie, tradities of eigen knusse plek, dan wordt ons carillon overstemd door een storende galm. Dus: zonder bescheidenheid geen heldere ‘klokkenluiders’.
Klokken, blijf luiden, want de kerk
leeft van de schat haar gegeven.
Al waanden wij ons groot en sterk,
beiert soms ijdel ons streven,
elk godshuis weet zich broos en klein.
Wie wil dan groots geboekstaafd zijn,
hier al in adelstand leven?
Kruisarm icoon, waar bleef je haan?
Kan glas-in-lood veilig stellen?
Treur om de bres, ontmasker waan!
Misschien zal God ons herstellen.
Zijn Woord alleen geeft nieuwe kracht,
zuivert van dwaling en de jacht
om als een ster mee te tellen.
Moe en geboeid door scheve praal,
zoeken wij licht in de kerken.
Spreid, Bruidegom, uw avondmaal,
herschep ons hart door uw werken:
Vensters op dieper heerlijkheid,
eeuwige troost, barmhartigheid.
Bruidswit omspeelt al de zerken.
Wie dient en wacht op Jezus’ naam
doopt Hij tot levende stenen.
Hij boog als minste, nam de blaam:
voetwassend is Hij verschenen.
Bescheiden loopt een mens of twee,
Hij bouwt er zijn gemeente mee,
zijn Geest brengt hen in de benen.
Hij is ons brood en lest de dorst.
Hoor Hem, de Heer die wou lijden:
Hij kwam voor ons als Levensvorst
buiten de poort plaats bereiden.
Rome en Wittenberg, zoek Hem,
buig uw gewelven naar zijn stem:
hoop is er slechts aan zijn zijde.
(melodie: “Meester men zoekt U wijd en zijd”)
Een bericht schrijven