NIEUWS
Kamphuis over de KER
Prof. dr. Barend Kamphuis legt uit wat de Katholiciteitseffectrapportage nu precies behelst. Lees het hieronder.
U weet waarschijnlijk wel wat een ‘milieueffectrapportage’ (MER) is: bij beslissingen die het milieu kunnen raken, is het verplicht een rapport op te stellen over de mogelijke gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan besluiten over de infrastructuur, over vestiging van industrieën of over recreatieprojecten. De initiatiefnemer dient de effecten voor het milieu van het voorgenomen besluit zorgvuldig in kaart te brengen, na te gaan wat er zou gebeuren bij ‘autonome ontwikkelingen’ (dus zonder het voorgenomen besluit) en ook de gevolgen van mogelijke alternatieven te bespreken. Natuurlijk weet je niet altijd precies wat er zal gebeuren, maar ook die leemtes in je kennis moet je vermelden. Dat maakt het mogelijk de verschillende scenario’s met elkaar te vergelijken voor wat betreft hun gevolgen voor het milieu.
Eigenlijk zou binnen de kerk een vergelijkbare verplichting moeten worden aanvaard: de ‘katholiciteitseffectrapportage’, KER. Er zijn vele beslissingen binnen de kerk die de katholiciteit ervan raken. De kerk is katholiek omdat alle gelovigen van alle plaatsen en alle tijden erin thuishoren, omdat haar boodschap heel de wereld raakt, en omdat zij in het evangelie van Jezus Christus de volheid van Gods openbaring mag bezitten. Maar kerkelijke beslissingen kunnen heel makkelijk scheidslijnen opwerpen tussen gelovigen, de volheid van Gods openbaring beperken en van het evangelie uitsluitend een boodschap voor ingewijden maken. Dan is de kerk op dat punt niet mee katholiek maar sektarisch: zij vervuilt de katholiciteit, zoals een chemische industrie het milieu kan vervuilen.
Dat kan met de beste bedoelingen gebeuren. Chemische industrieën kunnen immers ook met de beste bedoelingen worden gevestigd. Denk bijvoorbeeld maar aan beslissingen rond bijbelvertalingen of kerkliederen. De ene kerkelijke gemeenschap is misschien heel erg gefocust op de betrouwbaarheid van een vertaling en de schriftuurlijkheid van de liederen. De andere bekommert zich om de verstaanbaarheid van de Schrift en de openheid van de eredienst. Er is niets mis met die wederzijdse motieven. Maar ondertussen ontstaat er een kloof tussen de ene kerk en de andere, tussen broeders en zusters die in de ene naam van Jezus Christus geloven. De kerk lijkt niet meer een boodschap voor heel de wereld te hebben, maar allerlei boodschapjes, ieder naar zijn eigen smaak. Zo wordt de katholiciteit vervuild. We kennen allemaal de voorbeelden daarvan.
Nu is katholiciteit een van de vier ‘eigenschappen’ van de kerk, samen met eenheid, heiligheid en apostoliciteit. Een eigenschap is een wezenskenmerk: zo is de kerk die door Christus wordt bijeengebracht. De eigenschappen van de kerk vormen niet een keuzemenu, alsof de een meer met de heiligheid kan hebben en de ander meer met de katholiciteit. We kunnen als kerk niet zonder katholiciteit, evenmin als we zonder heiligheid kunnen.
Iedere eigenschap van de kerk is zowel een gave als een opgave. God geeft de kerk haar heiligheid en wij als gemeente van Christus zijn daarom geroepen om heilig te leven. Dat geldt dus ook voor katholiciteit: God schenkt die aan zijn kerk, door het evangelie. Maar daardoor worden wij niet uitgeschakeld, maar juist ingeschakeld: nu moeten wij de katholiciteit ook bewaren en hooghouden.
Waarom zouden wij als kerken niet afspreken om dat te doen door het invoeren van zo’n KER? Bij alle beslissingen die de katholiciteit raken, brengen wij de gevolgen daarvoor in beeld, gaan wij na wat er zou gebeuren bij ongewijzigd beleid en bespreken wij de gevolgen van mogelijk alternatieven. Een wijd spectrum aan beleidsterreinen komt daarvoor in aanmerking: liturgie, sacramenten, zending, ambten, opleiding, buitenlandse contacten en ga zo maar deur.
Natuurlijk hebben we elkaar nodig voor een KER: juist andere kerken of christenen merken de gevolgen van onze besluiten. Eigenlijk zou er daarom een gemeenschappelijke adviesraad voor KER moeten komen. Maar zolang die er niet is, kan een synode of een ander beleidsbepalend orgaan zich ertoe verplichten altijd leden van andere kerken te vragen om behulpzaam te zijn bij het opstellen van een KER.
We moeten goed beseffen dat dit niet vrijblijvend kan. Omdat katholiciteit een wezenskenmerk van de kerk is, zullen we ons altijd moeten inspannen om schade aan de katholiciteit te voorkomen. We maken ons in onze beslissingen natuurlijk niet volkomen afhankelijk van anderen. Dan zou er misschien geen enkele beslissing meer genomen kunnen worden. Maar we zullen wel met al onze beslissingen de katholiciteit van de kerk zoeken: katholiciteit als gave. Daarvoor is naar mijn overtuiging een vorm van KER onmisbaar.
Een bericht schrijven